Category Archives: Media

Effect van placebo groter dan gedacht

Het welbekende placebo-effect is nog sterker dan gedacht; de werking van pillen tegen migraine blijkt voor de helft gebaseerd op verbeelding. De verwachting van de patiënt speelt net zo’n grote rol als de chemische stoffen.

Als patiënten een positieve boodschap meekrijgen, blijkt het medicijn twee keer zo sterk de pijnklachten te verminderen als wanneer patiënten denken dat zij een neppil gebruiken. Dat schrijven Amerikaanse onderzoekers gisteren in het vakblad Science Translational Medicine.

Pijnniveau
De onderzoekers gaven 66 migrainepatiënten pillen met de werkzame stof en neppillen. Eenderde van de patiënten kreeg de boodschap dat ze het medicijn hadden gekregen, nog een derde dat ze een neppil kregen en de laatste groep wist niet welk van de twee ze hadden ontvangen. De patiënten werd gevraagd om eerst een aantal aanvallen door te maken zonder pil en daarna een aantal met pil. In beide gevallen moesten ze het ervaren pijnniveau noteren.

Meer dan 450 hoofdpijnen later werd de balans opgemaakt. Zoals verwacht werkte de migrainepil beter dan de placebopil. Maar tot hun verbazing zagen de onderzoekers dat de werking van het medicijn veel groter was wanneer mensen wisten dat ze het kregen. Patiënten die dachten dat ze een neppil kregen, meldden een minder goede werking.

Meer vertrouwen
Deze ontdekking kan volgens de onderzoekers van grote invloed zijn op de behandelwijze bij pijnbestrijding. Dit aangezien het placebo-effect in dergelijke gevallen positief ingezet kan worden door mensen meer vertrouwen in hun medicatie te geven.

Hoogleraar gezondheidspsychologie Jozien Bensing van de Universiteit Utrecht juicht deze conclusie toe, want zij pleit er al jaren voor dat het placebo-effect, waarbij communicatie veel invloed heeft, een grotere rol moet gaan spelen in de gezondheidszorg. Ze is ervan overtuigd dat het succes van behandelingen kan vergroten.

Bron: Volkskrant

Depressief door slechte weerstand

Mensen met aandoeningen waarbij het immuunsysteem voortdurend actief is zoals reuma, multiple sclerose en de ziekte van Crohn, lopen een groter risico om depressief te worden.

Promovenda Floor van Heesch van de Universiteit Utrecht ontdekte dat die depressiviteit rechtstreeks te herleiden is tot het overactieve immuunsysteem. Dat biedt perspectief op een effectievere behandeling.
Het immuunsysteem beschermt ons lichaam tegen ziekteverwekkers zoals virussen, bacteriën en parasieten. De eerste stap hierin is dat zogenaamde cytokinen worden afgegeven, stofjes die de immuuncellen het signaal geven om in actie te komen.

De cytokinen komen ook in de hersenen terecht. Van Heesch toont in haar promotieonderzoek overtuigend aan dat zij daar het beloningssysteem onderdrukken. Hierdoor vermindert het vermogen om plezier te beleven en dat verhoogt het risico op een depressie.

Preventie
“Wat heel duidelijk uit mijn onderzoek blijkt, is dat een overactief immuunsysteem de hersenen beïnvloedt en dat in dat geval de depressiviteit dus een heel fysieke oorzaak heeft. Dit werpt een nieuw licht op de behandeling van patiënten met chronische aandoeningen zoals reuma en multiple sclerose en bij kankerpatiënten die behandeld worden met cytokinen”, licht Van Heesch toe.
Naast de behandeling van hun fysieke klachten, zouden deze patiënten ook moeten worden gescreend op depressie. Door het vroegtijdig onderkennen van de depressie kan deze eerder behandeld worden.

Bron: Utrecht – Volkskrant

Darmflora volgt voeding op de voet

Verander je je voedingspatroon radicaal, dan past je darmflora zich daarop binnen enkele dagen aan. Het was al bekend dat voeding op langere termijn de samenstelling van de darmflora beinvloedt, maar dat het zo snel gebeurt, is nieuw.

Onderzoekers van de Universiteit van Harvard beschrijven deze bevindingen in een gisteravond verschenen Nature publicatie. Ze schotelden zes mannelijke en vier vrouwelijke collega’s twee extreme dieëten voor: vijf dagen lang kregen ze een plantaardig dieet, bestaand uit een granenontbijt, groenten, rijst, linzen en gedroogd en vers fruit. Na een korte bufferperiode kregen ze het dierlijke dieet dat evenveel calorieën bevatte en betond uit een ontbijt van eieren met spek, gevolgd door louter vlees en kazen. In het plantaardige dieet was het aantal vezels flink hoger dan normaal. Tijdens de dierlijke periode kregen de vrijwilligers juist nauwelijks vezels binnen en verdubbelde hun vetconsumptie.

Na afloop weerspiegelden de darmflora’s van de vrijwilligers die verschillen: tijdens de dierlijke periode nam het aantal vezel-afbrekende bacterien sterk af, terwijl het aantal bacteriën dat goed tegen galzouten kan, toen nam. Galzouten zijn zeepachtige moleculen die het lichaam afscheidt om vetten op te lossen zodat ze in de dunne darm kunnen worden opgenomen. Galzouten kunnen zowel bacteriën doden als de darmwand beschadigen.
Tijdens de plantaardige periode traden er nauwelijks veranderingen op, mogelijk omdat de reeds aanwezige bacteriën met dit voedsel goed uit de voeten konden.

De diversiteit veranderde bij geen van beide voedingspatronen – er bloeiden alleen verschillende soorten op. De activiteit van de bacteriën verandere wel sterk. ‘Verrasend genoeg leek die activiteit sterk op die van de darmflora van herbivoren en carnivoren in de dierentuin’zegt Lauwrence David, eerste auteur vande studie.

De onderzoekers suggereren in hun conclusies dat het dierlijke dieet ongezonder is dan het plantaardige, omdat het ontstekingsopwekkende bacterie soorten doet floreren. Of die ontstekingen ook daadwerkelijk ontstonden, hebben ze niet gemeten. Ook is niet duidelijk of deze bacteriën zouden floreren in een vleesdieet met vezels.

Het is een mooie studie, zegt Willem de Vos, hoogleraar microbiele ecologie aan de Universiteit van Wageningen die niet betrokken was bij de studie, ‘maar het is jammer dat de onderzoekers niet gekeken hebben naar het effect  op het lichaam. De bacteriën kunnen wel last hebben van de veranderingen, maar je wilt ook weten of er last van hebben.

Bron: Volkskrant door Jop de Vrieze

De 6 stadia van RECKEWEG

image001
Afbeelding laat de tussenliggende ruimte zien tussen de cellen, het basis bioregulatie systeem (BBRS), dit kan belast raken met toxines.

“Ziekten overvallen ons niet als een donderslag bij heldere hemel, maar ontwikkelen zich uit de dagelijkse kleine zonden tegen de natuur. En als deze zich hebben opgehoopt, breken ze schijnbaar plotseling uit in een ziekte!” – Hippocrates.

Ons leven lang krijgt ons lichaam dagelijks voeding, drinken, lucht en zonlicht en we beseffen vaak niet dat we ook gifstoffen binnen krijgen. Wanneer het lichaam deze gifstoffen goed kan afdrijven door zweten, uitademen, urine en ontlasting dan is dit geen probleem, maar wanneer dit wordt verhoogd door toxines uit voeding, genotmiddelen, medicijnen, cosmetica, schoonmaakmiddelen en luchtvervuiling dan zal het gifgehalte in het lichaam schrikbarend toenemen.

De organen zoals de lever en lymfe en de uitscheidingsorganen zoals darmen, longen, huid en nieren raken overbelast . Dit geeft een onvoldoende verwijdering van gifstoffen waardoor deze zich vastzetten in het lichaam en dan krijgt men klachten zoals ziekte, ontstekingen en andere vervelende ongemakken. Je moet deze klachten dan ook zien als een poging van het lichaam om zich te ontdoen aan gifstoffen. Reckeweg maakte in zijn homotoxicoseleer een onderscheid in zes zelfvergiftigingsfasen, oplopend van licht verontreinigd tot zwaar vervuild. Bij de eerste drie fasen, de humorale ziektefasen, zijn het bloed en de lichaamsvochten verontreinigd. Bij de laatste drie fasen zijn de gifstoffen vanuit het bloed en de lichaamsvochten de cellen binnengedrongen, dit zijn de cellulaire ziektefasen. Iedere fase vraagt om een andere therapeutische ondersteuning.

In een levend bloed analyse kun je zien of er een verhoogde  toxische belasting aanwezig is het lichaam. De vormen van de rode bloedcellen, hoe zij zich bewegen geven, en met de rest van het bloedbeeld geeft al een indicatie dat er iets aan de hand is in het lichaam. Een veel gehoorde opmerking van mensen die worden geconstateerd op kanker (zesde fase) geven vaak aan, dat ze helemaal niets hebben gemerkt dat ze ziek waren.

Een voorbeeld zou zijn. Dat men in de eerste fase een hoestje hebben, welke in de tweede fase overgaat naar benauwdheid, in de derde fase bronchitis, in de vierde fase een chronische bronchitis, de vijfde fase  en in de laatste fase longkanker.


Hieronder zie je de zes fases van Dr. Reckeweg:

Stadium 1: uitscheidingsfase
Het teveel aan gifstoffen wordt op een natuurlijke manier uitgescheiden door de nieren (urine), de huid (transpireren, begin van huiduitslag), de darmen (ontlasting), de longen (koolzuur) en de baarmoeder (menstruatie). Zijn deze organen overbelast, gebruikt het lichaam zijn zogenaamde noodventielen traanvocht, oorsmeer, speeksel, roos en witte vloed.
Emotioneel staat deze fase voor het functionele gebrek om stress het hoofd te bieden, er is te weinig vitale levenskracht.

Stadium 2: reactiefase
Lukt het niet om de gifstoffen via de uitscheiding kwijt te raken, dan gebruikt het lichaam andere hulpmiddelen. In de eerste plaats de ontsteking en in de tweede plaats de koorts. Een ontsteking is dus een doelmatige reactie van ons organisme om afvalstoffen onschadelijk te maken. Natuurgeneeskundig gezien proberen we deze reactie te ondersteunen. Het geven van antibiotica betekent het onderdrukken  aan de natuurlijke weerstand van het lichaam en is een onjuiste behandeling, die aanleiding geeft tot het ontstaan van chronische ziekten. In de reactiefase horen naast koorts en griep en ontstekingsreacties zoals neusverkoudheid, longontsteking, blaasontsteking, enzovoort, ook eczeem en huiduitslag thuis.
Emotioneel ervaart men in deze fase een basisgevoel dat erop wijst dat er een gefixeerde, onherstelbare zwakte in de persoon bestaat, waar deze mee om moet gaan, want er het is moeilijk dit te veranderen. Het liefst moet dit voor anderen verborgen blijven. Men heeft de neiging te overdrijven. Als men faalt, probeert men te ontsnappen in woorden, gebaren of door anderen de schuld geven. Men onderdrukt negatieve aspecten, lost ze niet op of is zich hier niet bewust van.

Stadium 3: depositiefase
In deze fase lukt het niet om afvalstoffen via uitscheiding en ontsteking onschadelijk te maken en dan kiest het lichaam voor een andere oplossing, namelijk het afzetten van schadelijke stoffen in de minst belangrijke weefsels. Dit gebeurt om de vitale organen als hersenen, hormoonklieren, nieren, enzovoort te beschermen. Deze weefsels zijn bij voorkeur het bindweefsel, de spieren, pezen en gewrichten. Deze fase wordt ook wel de stille fase genoemd. Als je echter een beetje op je lichaam let zijn er natuurlijk wel aanwijzingen zoals vochtophoping, stijve spieren en gewrichten, enzovoort. Verder horen ook aandoeningen als nierstenen, kalkafzetting, obstipatie, oedeem, goedaardige tumoren en levervlekken in deze fase thuis.
Emotioneel staat deze fase voor nog beter wegstoppen van gevoelens. Vaak zie je dat mensen erg veel schuldgevoelens hebben, vluchten in alcoholisme of andere verslavingen en dat mensen vaak last hebben van depressieve gevoelens.

Tot nu toe speelt alles zich af in het vloeistofsysteem van het lichaam. Fase één tot en met drie behoren daarmee tot de humorale fase. Ziekten in deze fasen noemen we acute ziekten. Acute ziekten hebben het vermogen en het doel het lichaam te genezen, afvalstoffen op te ruimen en de doorstroming te bevorderen. Natuurgeneeskundig proberen we deze processen juist te ondersteunen door de uitscheiding te stimuleren.
Na fase drie komen we in de cellulaire fase, dat wil zeggen dat de afvalstoffen de cel binnen dringen. Vaak ontstaat er dan vernietiging van weefsel. De ziekten die daarbij horen, noemen we chronische ziekten. Het lichaam komt in een soort vicieuze cirkel. Er zijn meer afvalstoffen en er is minder doorstroming, waardoor er meer afvalstoffen blijven liggen, wat leidt tot nog minder doorstroming, enzovoort.

Fase 4: impregnatiefase
De gifstoffen dringen de cel binnen. Evenals bij de depositiefase, blijft de schade hier beperkt tot een groepje cellen of een orgaan. De cel kan nog herstellen. Tot deze fase behoren aandoeningen zoals migraine, maagzweer, leverbeschadigingen, astma, vleesbomen, lymfeklierzwellingen, enzovoort.
Centraal in deze fase staat dat er steeds meer een gevoel van ontheemd zijn aanwezig is, met al haar varianten. Dat komt vanuit een gebrek aan eigen identiteit, steeds meer angsten door geblokkeerde zelfexpressie en nog meer vluchten voor de werkelijkheid.

Fase 5: degeneratiefase
De cellen zijn zo beschadigd dat zij niet meer kunnen herstellen. Bijvoorbeeld tuberculose, multiple sclerose, verlamming, levercirrose, werveldegeneratie, schrompelnieren en steriliteit.
Centraal in de psyche staat het zwaar onder controle staan van degene van wie men afhankelijk is. Het voelt aan als overleven.

Fase 6: neoplasmafase
Het regulerende mechanisme (de celkern) is aangetast. Er ontstaat een wildgroei aan cellen. Tumoren en gezwellen horen in deze fase. De gezwelvorming is de eindfase van een meestal langdurig proces. In dit proces hoeven niet alle fasen te worden doorlopen.
Het gevoel van overleven wordt sterker. Mensen voelen zich machteloos en verraden door het leven.

“Iedereen die geen tijd voor zijn gezondheid heeft of neemt, zal op den duur tijd moeten nemen voor zijn ziekte!”

Humorale stadia:
 1. Uitscheidingsfase  2. Ontstekingsfase  3. Verslakkingsfase
Gebrek aan eetlust

Transpireren

Vermoeidheid

Verkoudheden

Slijm opgeven

Hoesten

Tranende ogen

Niezen

Diarree

Vaak plassen

Loopneus

Slaapstoornissen

Ademhalingsproblemen (o.a. hyperventilatie)

Ontsteking, abces (etter, slijm)

Bindweefselont-stekingen

Angina

Huiduitslag

Zenuwontsteking

Gewrichtsontsteking

Maagontsteking

Darmontsteking

Urineweginfecties

Koorts

Griep

Alles wat eindigt met `itis’ (= ontsteking).

Levervlekken en andere huidverontreinigingen

Stoflong

Galstenen

Nierstenen

Jicht

Reumatische aandoeningen

Goedaardige tumoren

Aderverkalking

Lymfeklierzwelling

Bloedafwijkingen

Cellulaire stadia:
 4. Verzadigingsfase  5. Degeneratiefase  6. Ontwrichtingsfase
Leverschade

Maag-,

Darmzweren

Hartgebreken

Chronische astmatische

bronchitis

Wratten

De klinische benamingen van deze aandoenin-gen eindigen voor het merendeel op de uitgang ‘ pathie’ (myocardiopathie, cholecystopathie).

Levercirrose

Verschrompelde nieren

Multiple

sclerose

Verlammingen

Blindheid

Doofheid

Diabetes

Osteoporose

Kwaadaardige woekeringen (kanker)

Immuniteitsverlies

Ernstige stofwisselingsaan

doeningen

De introspect gezien in Medical Travel?

Gisteren werd in Medical Travel op RTL4 een soortgelijkend apparaat van de Introspect gedemonstreerd voor het maken van een overzicht van je fysieke en psychische gezondheid. Door middel NASA technologie wordt er gebruikt van een speciale koptelefoon die de hersengolven oppikt om zo een full body scan analyse te maken van je lichaam.

Ben je ook nieuwsgierig geworden? Dan kun je bij ons terecht voor een afspraak!

introspect-volendam (Het onderwerp wordt op minuut 10 besproken. http://www.rtlxl.nl/#!/medical-travel-297391/b3cac32b-3644-3f70-93cb-051b8cc94f1c)

Aarden voor een goede gezondheid

(Juglen Zwaan) Het klinkt misschien zweverig, maar aarden zou best wel eens de ontbrekende schakel kunnen zijn van een goede gezondheid. Het fenomeen aarden blijkt wetenschappelijk ook onderzocht en is misschien toch wel minder zweverig dan je denkt. Wat is aarden precies?
Aarden wil zeggen dat je je in verbinding stelt met het elektrische veld van onze aarde. Onze aarde is negatief geladen (-) en de lucht is vol van positieve (+) ionen. Zeker door de komst van een grote hoeveelheid elektrosmog in de vorm van GSM, WiFi, babyfoon, Digitenne en meer, zijn de positief geladen deeltjes toegenomen. Ook in ons huis is er veel elektrosmog door elektrische apparatuur zoals de computer, TV en magnetron. Nu is het wel zo dat er van nature een bepaalde hoeveelheid straling van positieve deeltjes vanuit de ruimte ons aardoppervlak bereikt. Normaal gesproken ontdoen wij ons direct van deze positief geladen deeltjes door fysiek contact van ons lichaam met de aarde. Omdat we tegenwoordig allemaal op schoenen lopen met rubberen zolen is het lastig om het teveel aan positieve geladen deeltjes te ontladen via de aarde. Ons lichaam absorbeert de positief geladen deeltjes en kan deze niet kwijt via onze voeten. De oermensen liepen dagelijks op blote voeten en waren zo in verbinding met de aarde. Welke invloed heeft aarden op ons lichaam? Ons lichaam is een heel bijzonder en knap voertuig. Het is lastig uit te leggen hoe e.e.a. werkt, zelfs de knapste koppen hebben moeite dit chemisch en natuurkundig te verklaren. Het is wel duidelijk dat de elektrische tegenpolen + en – met elkaar samenwerken zoals yin en yang of dag en nacht. De oppervlakte van de aarde is – geladen en de atmosfeer meestal +. Ken je dat gevoel na een onweersbui dat de atmosfeer zo lekker ruikt en aanvoelt? Dan is de atmosfeer voornamelijk – geladen. Er zijn zelfs ionisatoren in de handel die de ionen van je woonkamer omzetten van + naar -. In het lichaam zijn de bloedcellen + geladen en het bloed zelf -. Door een teveel aan + ionen wordt ons bloed voornamelijk + en dat verstoort het elektrische veld van de bloedcellen.

Dit gebeurt er als je het evenwicht weer herstelt:

  • sterker immuunsysteem
  • minder ontstekingen
  • minder stress
  • lagere cortisolspiegel
  • tragere veroudering
  • betere slaap
  • gezondere hartslag
  • betere sportprestaties

Toen ik bovenstaand lijstje voor het eerst zag dacht ik dat het onzin was. Weer een zoveelste verkooppraatje van bedrijven die hun spullen om te aarden willen verkopen. Hier kwam snel verandering in toen ik zag dat er veel wetenschappelijk onderzoek1 is gedaan naar de effecten van aarden op het lichaam. Ik ga niet alles aanhalen maar enkele bevindingen zijn wel de moeite waard. Zo blijkt2 dat aarden tijdens het sporten een positieve invloed heeft op de samenstelling van het bloed en daarmee ook de prestaties. Ook blijkt3 dat het aarden tijdens het slapen de hoeveelheid van het stresshormoon cortisol kan laten afnemen en daarmee pijn en stress kan verminderen, waardoor de slaap verbetert. Een ander onderzoek4 toont weer aan dat het bloed minder stroperig wordt door te aarden. Hoopgevend allemaal! Door te aarden breng je je lichaam in contact met de 0-punt energie van de aarde. Met een volt meter is dat heel duidelijk te zien in dit filmpje:

Zoals je ziet helpt aarden om de voltage van het EMF-veld (Electro Magnetic Field) flink omlaag te brengen. Je zou verwachten dat aarden niets te maken heeft met het voorkomen van veroudering. Toch is dat niet zo! Vrije radicalen in ons lichaam zijn oxidanten die zich willen neutraliseren omdat ze een elektron missen. De negatieve energie van de aarde is eigenlijk een bron van elektronen die kunnen helpen de schadelijke vrije radicalen in ons lichaam te neutraliseren. Door weer verbinding te maken met de aarde neutraliseer je de vrije radicalen en voorkom je vroegtijdige veroudering. Bloedbeeld links: ongeaard, rechts: geaard Bloedbeeld links: ongeaard, rechts: geaard (Levend Bloed analyse) De meeste mensen ervaren een douche als zeer verkwikkend. De beste ideeën ontstaan ook onder de douche. Misschien komt dit wel doordat we tijdens het douchen in contact staan met de aarde! Door je schoenen uit te trekken en te lopen op blote voeten door het gras of zand kun je jezelf aarden. Dit wordt ook wel het oerlopen genoemd. Door te douchen aard je ook, net als door in de natuur te zwemmen. Er zijn tegenwoordig ook aardingslakens of matten te koop. Deze kun je aan de buizen van de centrale verwarming of aan een geaard stopcontact monteren, waardoor je jezelf ook in contact brengt met de helende energie van de aarde tijdens het werken of slapen. Let op: niet alle centrale verwarmingsinstallaties zijn geaard, zorg dat je dit goed test. Eventueel zijn daar ook testers voor te koop. Ook kun je je aardingslaken of mat via een grondingspen in de aarde aarden. Een goede tip is ook om alle elektrische apparatuur in het huis te aarden zodat de hoeveelheid positieve ionen in de ruimte geminimaliseerd wordt. Zorg ook dat je je huis regelmatig flink lucht. (Bron: aHealthylife.nl)

Zo kun je jezelf aarden:

  • Wandel op blote voeten op het gras of zand
  • Neem een douche
  • Ga zwemmen in de natuur
  • Was je handen onder de kraan
  • Koop een aardingsmat
  • Koop een aardingslaken

 

Een biologische kijk op het fluorideprobleem

Autuur, F.J.M. Neelissen, tandarts en acupuncturist

Reeds lange tijd is een tandheelkunde zonder fluoride ondenkbaar en eigenlijk onmogelijk. Dagelijks worden fluoridetabletjes, voornamelijk aan kinderen, voorgeschreven, fluorideapplicaties vinden in de tandartsstoel plaats, mondspoelingen met een fluorideoplossing gebeuren zelfs vaak klassikaal op scholen en veel tandheelkundige vulmaterialen bevatten fluoride, dit laatste om een vorm van zg. secundaire cariës naast de vullingen tegen te gaan. Ook is het tegenwoordig niet gemakkelijk meer om een fluoridevrije tandpasta te vinden. Zelfs zijn er landen, die het drinkwater kunstmatig gefluorideerd hebben. Dit alles om cariës te voorkomen.

Over het algemeen wordt onvoldoende beseft, dat er om ons heen vrij veel fluoridebronnen zijn. De uitstoot uit de schoorstenen van b.v. staal-, fosfaat- en aluminiumfabrieken bevat veel fluoride. Bij koeien in de buurt van deze fabrieken brokkelden de kiezen af en hun gewrichten werden zo slecht, dat ze niet meer op hun poten konden blijven staan. De relatie met fluoride werd gelegd en de boeren wonnen processen, waardoor fa-brieken moesten verhuizen. Kunstmest b.v. heeft een fluorideverbinding. Frisdranken en vooral thee leveren ook veel fluoride. Cariës is geen ziekte als gevolg van een gebrek aan fluoride, maar wordt veroorzaakt door constitutionele factoren in combinatie met onvolwaardige voeding. Vooral suiker is een grote boosdoener. Het melkzuur, dat door omzetting van suiker ontstaat, is verantwoordelijk voor de aantasting van het glazuur. Het is vanzelfsprekend, dat een goede mondhygiëne een groot wapen is tegen cariës. Een goede poetstechniek in combinatie met dental floss, tandenstokers of ragers wordt in de huidige tandheelkunde als een voorwaarde gezien. Niettemin worden in de tandheelkundige praktijk soms patiënten gezien die nauwelijks van het bestaan van een tandenborstel af weten en toch een gaaf gebit hebben! Bij het stimuleren van het fluoridegebruik in de tandheelkunde is vaak beweerd, dat het menselijk organisme fluoride nodig heeft. Tot op heden echter is er geen wetenschappelijk bewijs, dat fluoride een essentieel mineraal is. Gebleken is, dat de therapeutische breedte van fluoride uiterst smal is: de kiezen van de koeien gingen kapot door de overdosis fluoride. Patiënten, die met fluoride behandeld worden vanwege osteoporose hebben vaak last van het afbreken van het glazuur van hun tanden. Daarnaast wordt de kans op zo’n overdosis nog eens vergroot door de vele andere fluorbronnen.

Giftigheid
Fluoride is een industrieel afvalprodukt dat agressieve eigenschappen bezit en uiterst giftig is. Het behoort tot de groep van de halogenen. De giftigheid beweegt zich tussen die van lood en arsenicum. „ Het gifgas, waarmee een sekte enige jaren geleden in Japan een metroramp veroorzaakte, bevatte natriumfluoride. Een mespuntje natriumfluoride is dodelijk en al jaren wordt gewaarschuwd, dat kinderen gefluorideerde tandpasta niet mogen inslikken. Met een zekere regelmaat krijgen kinderen na een fluorapplicatie in de mond maagpijn en moeten soms overgeven. Fluoride is een onderdeel van rattengif en heeft de dubieuze bijnaam van ‘protected pollutant’ gekregen. Fluoride, opgeslagen in tanks, vreet zich na enige tijd door de wand heen. In 1997 kwam in het kunstmatig gefluorideerde drinkwater van de stad Annapolis in Amerika per ongeluk 50 ppm (part per million) fluoride in plaats van de gebruikelijke 1 ppm. Hierdoor werden 50.000 mensen vergiftigd. In de week, die daarop volgde was het aantal hartinfarcten vervijfvoudigd. Een tube tandpasta bevat 1000 ppm fluoride. Consumptie van zo’n tube kan voor een kind van 10 kg dodelijk zijn.

Statistieken
De gunstige werking op het glazuur wordt onderbouwd door statistieken die laten zien, dat bij fluoridegebruik minder cariës optreedt. Niet alle statistieken echter zijn eensluidend. Ook het omgekeerde wordt soms aangetoond. In de wereldliteratuur neemt het onderzoek in Tiel met als controlege-meente Culemborg in de jaren ’53-’73 een grote plaats in. Echter bij een evaluatie in ’68 bleek dat zowel in Tiel als in Culemborg de cariës met 65% gedaald was. Er moeten dus nog andere factoren een rol spelen(2). Een bewijs hiervoor wordt geleverd door het feit, dat in de Zwitserse stad Bazel het cariëspercentage in de aldaar georganiseerde schooltandheelkunde reeds fors aan het dalen was vóór de drinkwaterfluoridering daar begonnen was. Het feit o.a., dat de doorbraaktijden van de tanden en kiezen door fluoride vertraagd worden komt in geen enkele statistiek tot uitdrukking. Deze variabele is een voorwaarde voor een goede statistiek. Colquhoun laat zien, hoe er met het fluoride-experiment in Hastings gezwendeld is(3). Ondanks het feit, dat er een wereldwijde acceptatie is van de relatie tussen het gebruik van fluoride en tandcariës wordt er door de experts verschillend gedacht over de invloed van de diverse factoren(4). Conclusie moet dan ook zijn dat de statistiek onvoldoende houvast geeft om een dermate ingrijpende maatregel als b.v. drinkwaterfluoridering te propageren.

Werkingsmechanisme
Fluoride heeft invloed op collageen. Hierdoor wordt het celmetabolisme van fibroblasten, chondro-blasten, ameloblasten, odontoblasten en osteoblasten beïnvloed. Het duidelijkst is dit te zien aan de tanden. Bij overdosis ontstaat er zogenaamde mottled enamel of fluorose, witte tot bruine vlekken op het glazuur, die niet meer verdwijnen en bij doorbraak van de elementen reeds aanwezig zijn. Omdat dit verschijnsel in de eerste jaren van de fluoridering veelvuldig voorkwam heeft men in de loop van de tijd op advies van het Ivoren Kruis de dosering van tabletjes en pasta’s met meer dan de helft verlaagd. Mottled enamel is meer dan een cosmetisch probleem: het laat zien, dat fluoride interfereert met de basale functies van de ameloblas- ten, de glazuurvormende cellen, die hierdoor een collageen van inferieure kwaliteit vormen. Ook zien we, dat bij een grote dosis fluoride op de tanden en kiezen een averechts effect optreedt, nI. als een vervolg op mottled enamel een afbreken van glazuur en het optreden van foudroyante cariës. Een bewijs voor de smalle therapeutische breedte van fluoride.

Bekend is de inwerking op osteo-blasten en daardoor op botstructuren. In gebieden, waar van nature een hoge concentratie fluoride in het drinkwater voorkomt, vertonen de mensen veel klachten op het gebied van de motoriek: gewrichten en rug verstijven door excessieve botgroei (zie figuur 1). Er ontstaan exostosen aan de wervels en kalkafzetting in de gewrichten. Dit is de reden, dat lange tijd fluoride werd toegepast bij de behandeling van osteoporose. Bij deze vorm van therapie ontstaat er naast een verharding van bot (wat aanleiding werd voor veel botbreuken) ook verweking van bot. Het lichaam kan blijkbaar niet meer onderscheiden wat gemineraliseerd moet worden en wat niet. Op dit moment is men zeer terughoudend geworden met deze fluoridebehandelingen. De excessieve botgroei resulteerde bij het bovengenoemde project Tiel-Culemborg in het feit, dat de inwoners van Tiel gemiddeld 2 kg zwaarder waren dan die in Culemborg. Fluoride beïnvloedt fibroblasten, waardoor collageen van slechte kwaliteit ontstaat. Er treedt een verharding van ligamenten en pezen op. Dit zou een verklaring kunnen zijn voor het toenemend aantal blessures, b.v. in de sport. Fluoride bevordert ook het verouderingsproces van de huid. Relaties worden gelegd met sclerodermie.
Ook veel enzymen worden door fluoride nadelig in hun werking beïnvloed. Cholinesterase wordt geremd. Dit enzym is verantwoordelijk voor de afbraak van acetylcholine. Ook het aconitase wordt beïnvloed, waardoor de verbranding van vetten en eiwitten in de Krebscyclus onvoldoende is. Het DNA-reparatie-enzym werkt bij een fluoridebelasting onvoldoende. Een studie hierover(5), laat zien dat er een relatie ligt tussen een defect DNA-reparatie-enzym en het ontstaan van primaire kanker. Een berucht onderzoek van Burk(6) geeft aan, dat in gefluorideerde steden in Amerika 10% meer kanker voorkomt dan in ongefluorideerde steden. Kortgeleden werd de statistiek gepubliceerd(7) waaruit bleek dat bij mannen 50% meer osteosarcomen voorkomen in gefluorideerde gebieden. Ook ontstaat een kans op ontwikkelings- en groeistoornissen. De vertraagde doorbraaktijden van de tanden en kiezen zijn een bewijs hiervoor. Relaties worden gelegd met het syndroom van Down.

Een onderzoek van de bioloog Grimbergen(8) laat zien, dat fluoride bacteriegroei remt, maar dat schimmels juist door fluoride sneller groeien. Fluoride kan dus een factor zijn in de toenemende hoeveelheid candidabelastingen. Blijkbaar kan het evenwicht van micro-organismen in het lichaam door fluoride verstoord worden. Ook moeten we beseffen, dat candida-infecties allergieën in de hand kunnen werken.

Invloed op het immuunsysteem
Fluoride beïnvloedt de snelheid van de leukocyten(9). Omdat bij het ouder worden de leukocytensnelheid sowieso vermindert, is hier naast de invloed op het collageen een tweede factor die veroudering versnelt. Hierdoor wordt de fagocytose ongunstig beïnvloed. Ook treedt er meer vorming van vrije radicalen op.

Symptomen
De verschijnselen, die kunnen optreden bij een fluorideintoxicatie worden verdeeld in een acute en chronische vorm: De acute vorm kan in relatie gebracht worden met symptomen als stomatitis aphtosa, buikpijn, opgeblazen buik, slappe ontlasting en dorst. Vooral dit laatste is zeer specifiek. Daarnaast kan er sprake zijn van een jeukende huiduitslag. Deze huidafwijking is in 1971 zeer duidelijk naar voren gekomen in het Italiaanse stadje Chizzola, waar een aluminiumfabriek met zijn fluorideuitstoot verantwoordelijk was voor de zg. Chizzola maculae, een afwijking, die lijkt op blauwe plekken, die na een paar dagen bleker worden. Histologisch lijkt het beeld op erythema nodosum. Hoofdpijn, concentratiestoringen en duizeligheid komen hierbij ook zeer vaak voor.

De chronische vorm laat veranderingen zien in botstructuren. Exostosen met daarnaast verstijvingen van gewrichten, vaak in combinatie met verkalkingen van ligamenten. Fluorose, kramp in de benen met soms verlammingen, beïnvloeding van het reactievermogen door aantasting van de acetylcholine; fazantenkuikens, die groot gebracht werden met gefluori-deerd water bleken zo tam te worden, dat ze op de hand van de kweker bleven zitten. Normaal zijn deze beestjes zeer schuw. Misschien dat om deze reden in veel tranquillizers fluorideverbindingen zitten. De hoeveelheid fluoride in de organen van mensen, die in gefluorideerde gebieden wonen kan variëren van 8 ppm (hart) tot 290 ppm (huid). De hoogste waarden, ooit gevonden, betroffen de aorta van mensen in de gefluorideerde stad Grand Rapids in de U.S.A.: nI. 8400 ppm. Fibroblasten in de arteriewand produceren een onvolwaardig collageen wat resulteert in een vorm van arteriosclerose.

Conclusie
De grote hoeveelheid wetenschappelijke documentatie, die over fluoride beschikbaar is, laat een veelzijdig beeld zien. De waarde van de stof wordt eenzijdig in de richting van de tandheelkunde gestuurd. De werking op de rest van het lichaam komt in de tandheelkundige opleiding onvoldoende tot uiting. Op dit moment komen er signalen om de fluoridenconcentratie in de tandpasta weer te verhogen. De reden is, dat men denkt, dat het glazuur van de tanden harder wordt, wanneer zeer regelmatig de tanden omspoeld worden met een fluorhoudende stof, zoals een tandpasta. Geadviseerd wordt om daarna niet intensief te spoelen om zo de werking van het fluoride te verlengen. Dit is weer in tegenstelling met de halvering van de fluorideconcentratie in de tabletjes, die enige tijd geleden plaatsvond.
Er blijkt nog geen duidelijk inzicht in het precieze werkingsmechanisme. Dit is reden genoeg om uiterst voorzichtig te zijn met de toediening van de stof. Individuele overgevoeligheden voor fluoride komen zeer veel voor. Diagnostiek ervan behoort voorlopig tot het terrein van de energetische meetmethodieken als Electroacupunc-tuur volgens VolI en kinesiologie.
Vlak vóór het ter perse gaan van dit artikel heeft het Ivoren Kruis haar advies inzake het gebruik van fluoridentabletjes ingetrokken.
Voortaan worden deze slechts in hoogst uitzonderlijke gevallen nog toegepast. Te verwachten is, dat de fabriek binnenkort op zal houden met de fabricage ervan.
Daarentegen is de hoeveelheid fluoride in de peuter-tandpasta van alle zeer grote merken zoals Elmex, Prodent, Everclean en Sensodyne twee tot driemaal verhoogd!
De negatieve invloed, die fluoride heeft op enzymwerking, genetische processen, immuunsysteem en collageen wordt dus reeds op zeer jonge leeftijd in versterkte mate in gang gezet.

De vraag is of de beperkte mate van glazuurverharding hier tegen op weegt.
Wij denken van niet.

Literatuur
1. Moolenburgh, H.: Fluor, liever niet. Uitgeverij Primo Vere. ISBN: 90-73014-04-2
2. Backer Dirks, 0.: Ned. Tijdschr. Geneesk. 1987; 131, nr. 43
3. Colquhoun, J. et al.: The Hastings Fluoridation Experiment. Science or Swindle? The Ecologist. Vol.16, nr. 6, 1986
4. Brathall, D.: Reasons for caries decline. What do the experts believe. Europ. Journ. Of Oral Science, 104416-422(1994)
5. Science, 25 Nov.1994
6. Burk, George L.: Fluoridation, the great dilemma. Coronado Press, Lawrence, Kansas U.S.A. 1978
7. Fluoride Journal of the international Society for Fluoride Research, Vol. 30, nr. 3, 1997, blz. 180Autuur, F.J.M. Neelissen, tandarts en acupuncturist

Reeds lange tijd is een tandheelkunde zonder fluoride ondenkbaar en eigenlijk onmogelijk. Dagelijks worden fluoridetabletjes, voornamelijk aan kinderen, voorgeschreven, fluorideapplicaties vinden in de tandartsstoel plaats, mondspoelingen met een fluorideoplossing gebeuren zelfs vaak klassikaal op scholen en veel tandheelkundige vulmaterialen bevatten fluoride, dit laatste om een vorm van zg. secundaire cariës naast de vullingen tegen te gaan. Ook is het tegenwoordig niet gemakkelijk meer om een fluoridevrije tandpasta te vinden. Zelfs zijn er landen, die het drinkwater kunstmatig gefluorideerd hebben. Dit alles om cariës te voorkomen.

Over het algemeen wordt onvoldoende beseft, dat er om ons heen vrij veel fluoridebronnen zijn. De uitstoot uit de schoorstenen van b.v. staal-, fosfaat- en aluminiumfabrieken bevat veel fluoride. Bij koeien in de buurt van deze fabrieken brokkelden de kiezen af en hun gewrichten werden zo slecht, dat ze niet meer op hun poten konden blijven staan. De relatie met fluoride werd gelegd en de boeren wonnen processen, waardoor fabrieken moesten verhuizen. Kunstmest b.v. heeft een fluorideverbinding. Frisdranken en vooral thee leveren ook veel fluoride. Cariës is geen ziekte als gevolg van een gebrek aan fluoride, maar wordt veroorzaakt door constitutionele factoren in combinatie met onvolwaardige voeding. Vooral suiker is een grote boosdoener. Het melkzuur, dat door omzetting van suiker ontstaat, is verantwoordelijk voor de aantasting van het glazuur. Het is vanzelfsprekend, dat een goede mondhygiëne een groot wapen is tegen cariës. Een goede poetstechniek in combinatie met dental floss, tandenstokers of ragers wordt in de huidige tandheelkunde als een voorwaarde gezien. Niettemin worden in de tandheelkundige praktijk soms patiënten gezien die nauwelijks van het bestaan van een tandenborstel af weten en toch een gaaf gebit hebben! Bij het stimuleren van het fluoridegebruik in de tandheelkunde is vaak beweerd, dat het menselijk organisme fluoride nodig heeft. Tot op heden echter is er geen wetenschappelijk bewijs, dat fluoride een essentieel mineraal is. Gebleken is, dat de therapeutische breedte van fluoride uiterst smal is: de kiezen van de koeien gingen kapot door de overdosis fluoride. Patiënten, die met fluoride behandeld worden vanwege osteoporose hebben vaak last van het afbreken van het glazuur van hun tanden. Daarnaast wordt de kans op zo’n overdosis nog eens vergroot door de vele andere fluorbronnen.

Giftigheid
Fluoride is een industrieel afvalprodukt dat agressieve eigenschappen bezit en uiterst giftig is. Het behoort tot de groep van de halogenen. De giftigheid beweegt zich tussen die van lood en arsenicum. „ Het gifgas, waarmee een sekte enige jaren geleden in Japan een metroramp veroorzaakte, bevatte natriumfluoride. Een mespuntje natriumfluoride is dodelijk en al jaren wordt gewaarschuwd, dat kinderen gefluorideerde tandpasta niet mogen inslikken. Met een zekere regelmaat krijgen kinderen na een fluorapplicatie in de mond maagpijn en moeten soms overgeven. Fluoride is een onderdeel van rattengif en heeft de dubieuze bijnaam van ‘protected pollutant’ gekregen. Fluoride, opgeslagen in tanks, vreet zich na enige tijd door de wand heen. In 1997 kwam in het kunstmatig gefluorideerde drinkwater van de stad Annapolis in Amerika per ongeluk 50 ppm (part per million) fluoride in plaats van de gebruikelijke 1 ppm. Hierdoor werden 50.000 mensen vergiftigd. In de week, die daarop volgde was het aantal hartinfarcten vervijfvoudigd. Een tube tandpasta bevat 1000 ppm fluoride. Consumptie van zo’n tube kan voor een kind van 10 kg dodelijk zijn.

Statistieken
De gunstige werking op het glazuur wordt onderbouwd door statistieken die laten zien, dat bij fluoridegebruik minder cariës optreedt. Niet alle statistieken echter zijn eensluidend. Ook het omgekeerde wordt soms aangetoond. In de wereldliteratuur neemt het onderzoek in Tiel met als controlege-meente Culemborg in de jaren ’53-’73 een grote plaats in. Echter bij een evaluatie in ’68 bleek dat zowel in Tiel als in Culemborg de cariës met 65% gedaald was. Er moeten dus nog andere factoren een rol spelen(2). Een bewijs hiervoor wordt geleverd door het feit, dat in de Zwitserse stad Bazel het cariëspercentage in de aldaar georganiseerde schooltandheelkunde reeds fors aan het dalen was vóór de drinkwaterfluoridering daar begonnen was. Het feit o.a., dat de doorbraaktijden van de tanden en kiezen door fluoride vertraagd worden komt in geen enkele statistiek tot uitdrukking. Deze variabele is een voorwaarde voor een goede statistiek. Colquhoun laat zien, hoe er met het fluoride-experiment in Hastings gezwendeld is(3). Ondanks het feit, dat er een wereldwijde acceptatie is van de relatie tussen het gebruik van fluoride en tandcariës wordt er door de experts verschillend gedacht over de invloed van de diverse factoren(4). Conclusie moet dan ook zijn dat de statistiek onvoldoende houvast geeft om een dermate ingrijpende maatregel als b.v. drinkwaterfluoridering te propageren.

Werkingsmechanisme
Fluoride heeft invloed op collageen. Hierdoor wordt het celmetabolisme van fibroblasten, chondro-blasten, ameloblasten, odontoblasten en osteoblasten beïnvloed. Het duidelijkst is dit te zien aan de tanden. Bij overdosis ontstaat er zogenaamde mottled enamel of fluorose, witte tot bruine vlekken op het glazuur, die niet meer verdwijnen en bij doorbraak van de elementen reeds aanwezig zijn. Omdat dit verschijnsel in de eerste jaren van de fluoridering veelvuldig voorkwam heeft men in de loop van de tijd op advies van het Ivoren Kruis de dosering van tabletjes en pasta’s met meer dan de helft verlaagd. Mottled enamel is meer dan een cosmetisch probleem: het laat zien, dat fluoride interfereert met de basale functies van de ameloblas- ten, de glazuurvormende cellen, die hierdoor een collageen van inferieure kwaliteit vormen. Ook zien we, dat bij een grote dosis fluoride op de tanden en kiezen een averechts effect optreedt, nI. als een vervolg op mottled enamel een afbreken van glazuur en het optreden van foudroyante cariës. Een bewijs voor de smalle therapeutische breedte van fluoride.

Bekend is de inwerking op osteo-blasten en daardoor op botstructuren. In gebieden, waar van nature een hoge concentratie fluoride in het drinkwater voorkomt, vertonen de mensen veel klachten op het gebied van de motoriek: gewrichten en rug verstijven door excessieve botgroei (zie figuur 1). Er ontstaan exostosen aan de wervels en kalkafzetting in de gewrichten. Dit is de reden, dat lange tijd fluoride werd toegepast bij de behandeling van osteoporose. Bij deze vorm van therapie ontstaat er naast een verharding van bot (wat aanleiding werd voor veel botbreuken) ook verweking van bot. Het lichaam kan blijkbaar niet meer onderscheiden wat gemineraliseerd moet worden en wat niet. Op dit moment is men zeer terughoudend geworden met deze fluoridebehandelingen. De excessieve botgroei resulteerde bij het bovengenoemde project Tiel-Culemborg in het feit, dat de inwoners van Tiel gemiddeld 2 kg zwaarder waren dan die in Culemborg. Fluoride beïnvloedt fibroblasten, waardoor collageen van slechte kwaliteit ontstaat. Er treedt een verharding van ligamenten en pezen op. Dit zou een verklaring kunnen zijn voor het toenemend aantal blessures, b.v. in de sport. Fluoride bevordert ook het verouderingsproces van de huid. Relaties worden gelegd met sclerodermie.
Ook veel enzymen worden door fluoride nadelig in hun werking beïnvloed. Cholinesterase wordt geremd. Dit enzym is verantwoordelijk voor de afbraak van acetylcholine. Ook het aconitase wordt beïnvloed, waardoor de verbranding van vetten en eiwitten in de Krebscyclus onvoldoende is. Het DNA-reparatie-enzym werkt bij een fluoridebelasting onvoldoende. Een studie hierover(5), laat zien dat er een relatie ligt tussen een defect DNA-reparatie-enzym en het ontstaan van primaire kanker. Een berucht onderzoek van Burk(6) geeft aan, dat in gefluorideerde steden in Amerika 10% meer kanker voorkomt dan in ongefluorideerde steden. Kortgeleden werd de statistiek gepubliceerd(7) waaruit bleek dat bij mannen 50% meer osteosarcomen voorkomen in gefluorideerde gebieden. Ook ontstaat een kans op ontwikkelings- en groeistoornissen. De vertraagde doorbraaktijden van de tanden en kiezen zijn een bewijs hiervoor. Relaties worden gelegd met het syndroom van Down.

Een onderzoek van de bioloog Grimbergen(8) laat zien, dat fluoride bacteriegroei remt, maar dat schimmels juist door fluoride sneller groeien. Fluoride kan dus een factor zijn in de toenemende hoeveelheid candidabelastingen. Blijkbaar kan het evenwicht van micro-organismen in het lichaam door fluoride verstoord worden. Ook moeten we beseffen, dat candida-infecties allergieën in de hand kunnen werken.

Invloed op het immuunsysteem
Fluoride beïnvloedt de snelheid van de leukocyten(9). Omdat bij het ouder worden de leukocytensnelheid sowieso vermindert, is hier naast de invloed op het collageen een tweede factor die veroudering versnelt. Hierdoor wordt de fagocytose ongunstig beïnvloed. Ook treedt er meer vorming van vrije radicalen op.

Symptomen
De verschijnselen, die kunnen optreden bij een fluorideintoxicatie worden verdeeld in een acute en chronische vorm: De acute vorm kan in relatie gebracht worden met symptomen als stomatitis aphtosa, buikpijn, opgeblazen buik, slappe ontlasting en dorst. Vooral dit laatste is zeer specifiek. Daarnaast kan er sprake zijn van een jeukende huiduitslag. Deze huidafwijking is in 1971 zeer duidelijk naar voren gekomen in het Italiaanse stadje Chizzola, waar een aluminiumfabriek met zijn fluorideuitstoot verantwoordelijk was voor de zg. Chizzola maculae, een afwijking, die lijkt op blauwe plekken, die na een paar dagen bleker worden. Histologisch lijkt het beeld op erythema nodosum. Hoofdpijn, concentratiestoringen en duizeligheid komen hierbij ook zeer vaak voor.

De chronische vorm laat veranderingen zien in botstructuren. Exostosen met daarnaast verstijvingen van gewrichten, vaak in combinatie met verkalkingen van ligamenten. Fluorose, kramp in de benen met soms verlammingen, beïnvloeding van het reactievermogen door aantasting van de acetylcholine; fazantenkuikens, die groot gebracht werden met gefluori-deerd water bleken zo tam te worden, dat ze op de hand van de kweker bleven zitten. Normaal zijn deze beestjes zeer schuw. Misschien dat om deze reden in veel tranquillizers fluorideverbindingen zitten. De hoeveelheid fluoride in de organen van mensen, die in gefluorideerde gebieden wonen kan variëren van 8 ppm (hart) tot 290 ppm (huid). De hoogste waarden, ooit gevonden, betroffen de aorta van mensen in de gefluorideerde stad Grand Rapids in de U.S.A.: nI. 8400 ppm. Fibroblasten in de arteriewand produceren een onvolwaardig collageen wat resulteert in een vorm van arteriosclerose.

Conclusie
De grote hoeveelheid wetenschappelijke documentatie, die over fluoride beschikbaar is, laat een veelzijdig beeld zien. De waarde van de stof wordt eenzijdig in de richting van de tandheelkunde gestuurd. De werking op de rest van het lichaam komt in de tandheelkundige opleiding onvoldoende tot uiting. Op dit moment komen er signalen om de fluoridenconcentratie in de tandpasta weer te verhogen. De reden is, dat men denkt, dat het glazuur van de tanden harder wordt, wanneer zeer regelmatig de tanden omspoeld worden met een fluorhoudende stof, zoals een tandpasta. Geadviseerd wordt om daarna niet intensief te spoelen om zo de werking van het fluoride te verlengen. Dit is weer in tegenstelling met de halvering van de fluorideconcentratie in de tabletjes, die enige tijd geleden plaatsvond.
Er blijkt nog geen duidelijk inzicht in het precieze werkingsmechanisme. Dit is reden genoeg om uiterst voorzichtig te zijn met de toediening van de stof. Individuele overgevoeligheden voor fluoride komen zeer veel voor. Diagnostiek ervan behoort voorlopig tot het terrein van de energetische meetmethodieken als Electroacupunc-tuur volgens VolI en kinesiologie.
Vlak vóór het ter perse gaan van dit artikel heeft het Ivoren Kruis haar advies inzake het gebruik van fluoridentabletjes ingetrokken.
Voortaan worden deze slechts in hoogst uitzonderlijke gevallen nog toegepast. Te verwachten is, dat de fabriek binnenkort op zal houden met de fabricage ervan.
Daarentegen is de hoeveelheid fluoride in de peuter-tandpasta van alle zeer grote merken zoals Elmex, Prodent, Everclean en Sensodyne twee tot driemaal verhoogd!
De negatieve invloed, die fluoride heeft op enzymwerking, genetische processen, immuunsysteem en collageen wordt dus reeds op zeer jonge leeftijd in versterkte mate in gang gezet.

De vraag is of de beperkte mate van glazuurverharding hier tegen op weegt.
Wij denken van niet.

Literatuur
1. Moolenburgh, H.: Fluor, liever niet. Uitgeverij Primo Vere. ISBN: 90-73014-04-2
2. Backer Dirks, 0.: Ned. Tijdschr. Geneesk. 1987; 131, nr. 43
3. Colquhoun, J. et al.: The Hastings Fluoridation Experiment. Science or Swindle? The Ecologist. Vol.16, nr. 6, 1986
4. Brathall, D.: Reasons for caries decline. What do the experts believe. Europ. Journ. Of Oral Science, 104416-422(1994)
5. Science, 25 Nov.1994
6. Burk, George L.: Fluoridation, the great dilemma. Coronado Press, Lawrence, Kansas U.S.A. 1978
7. Fluoride Journal of the international Society for Fluoride Research, Vol. 30, nr. 3, 1997, blz. 180

De functie van het immuunsysteem met als metafoor de koelkast

De functie van het immuunsysteem met als metafoor de koelkast of kunnen dode tanden en kiezen onderhevig zijn aan bederf?

Het ligt niet direct voor de hand, een immuunsysteem te vergelijken met een koelkast. Uit dit stuk zal echter blijken, dat dit beeld toch zeer geschikt is om meer zicht te krijgen op het bijzondere verschijnsel van de focale infectie, ook wel stoorveld of haard genoemd.

Een klein stukje geschiedenis
In mijn studietijd aan de universiteit van Utrecht werd ons verteld dat iemand niet meer dan vijf zenuwbehandelingen in de mond mocht hebben. Op onze vraag waarom dit getal zo belangrijk was, kwam er een wat vaag antwoord dat erop neerkwam dat zenuwbehandelingen de gezondheid nadelig zouden beïnvloeden.
Deze uitspraak is mij altijd bijgebleven. Er zat iets achter wat blijkbaar belangrijk was, maar waar men in die tijd, de zestiger jaren van de vorige eeuw, nog onvoldoende van wist. De endodontologie, de leer van de zenuwbehandelingen, is nu geaccepteerd als specialisme en daardoor is bovengenoemde gedachte totaal achterhaald. De zenuwbehandeling is dank zij de endodontoloog tot een probleemloos onderdeel van de tandartspraktijk geworden.
De endodontoloog heeft hiermee echter wel een grote verantwoordelijkheid voor de gezondheid op zich geladen. We weten inmiddels dat de beruchte ‘focal infection’ een funeste invloed heeft. Men wist er toen geen raad mee en ook nu blijkt het nog een probleem. In de loop van de tijd zijn er namelijk enkele collegae gekomen die meer van deze materie afwisten en zich resoluut afkeerden van de zenuwbehandeling en tot extractie overgingen. Zij benadrukten dat zo’n stoorveld de gezondheid van de patiënt kon schaden en. voor de huidige praktijk nog belangrijker, zij hebben hun visie op papier gezet.
We denken hierbij allereerst aan Weston Price die vanwege zijn denkbeelden over avitale elementen uit de American Dental Association werd gezet, wat voor hem uiteindelijk een buitengewoon gelukkige verandering in zijn leven is geweest. Hij publiceerde namelijk daarna dat prachtige boek “Nutrition and Physical Degeneration”. Dit is kort geleden in een Nederlandse vertaling verschenen onder de titel “Voeding en fysieke degeneratie” bij de uitgeverij ‘Succesboeken’. Hij laat in zijn boek zien dat de basis van de tandheelkunde grotendeels bij de voeding ligt. Besef wel dat dit boek in de dertiger jaren van de vorige eeuw geschreven is.
Het onderzoek van Weston Price over de focale storingen is beschreven in het boek van George Meinig met de veelzeggende titel : “Root Canal Cover Up, Exposed, [oftewel: de doofpot van de zenuwbehandeling is geopend]. Ook Duitsland heeft zijn profeten als Reinhold Voll, Fritz Kramer en Ralph Türk1). Vooral deze laatste heeft de grote invloed van de tubuli in het dentine benadrukt. Dit zijn de microscopisch kleine uitlopertjes van de hoofdzenuw in de wortel. Deze zijn voor de tandarts die de zenuwbehandeling doet (endodontoloog) onbehandelbaar.

De moeilijkheid
Tot op de dag van vandaag is men er in de wetenschap niet in geslaagd om ook maar enigszins de werking op afstand van deze ontsteking (dus de focal infection) of toxische belasting in kaart te brengen. Zelfs als vanuit de reguliere geneeskunde de vraag wordt gesteld, bijvoorbeeld bij het plannen van een ietwat riskante operatie, om de focaal belaste elementen op te sporen en daar therapeutisch op in te grijpen, kunnen de tandartsen en ook kaakchirurgen over het algemeen geen duidelijk, definitief antwoord geven. Als er een granuloom wordt gevonden,bijvoorbeeld via een röntgenfoto waar het als een zwarte vlek aan de apex (wortelpunt) te zien is, denkt men al gauw dat dit een focus is. Elders in dit artikel wordt aangegeven dat dit helemaal niet het geval hoeft te zijn.

Relaties
Wel worden allerlei verbanden tussen gebitselementen en organen vermoed, die echter nog lang niet als vaststaand kunnen worden aangenomen. Toch wordt het langzamerhand tijd om hier zekerheid over te krijgen, omdat veel mensen ziek zijn als gevolg van ontstekingen aan tanden en kiezen. Dit wordt pas duidelijk als er elementen getrokken zijn. Patiënten knappen dan vaak op. Dit is dus een vorm van zuivere empirie. Hart- en vaatziekten en diabetes zouden het gevolg kunnen zijn van een parodontologische ontsteking, een infectie aan het tandvlees en het wortelvlies. En roken zou zo’n infectie nog kunnen verergeren.
Daarnaast mag als bekend worden verondersteld dat een doorgemaakte tonsillitis of roodvonk verantwoordelijk kan zijn voor een aanval van acute reuma, bijvoorbeeld in de knieën. Hier zou dan de haemolytische streptococ de oorzaak zijn die in een later stadium dan weer hartproblemen kan geven. Ook hierbij is er dus sprake van een infectie, veroorzaakt door een bacterie met een werking op fysieke en temporele afstand, zodat we kunnen spreken van een haard.
Nog een voorbeeld: bij oudere mensen is een longontsteking vaak de acute oorzaak van overlijden. Door de leeftijd schiet het immuunsysteem tekort en het is zeer goed mogelijk dat parodontale problemen hiervan de oorzaak zijn. Deze komen vaak voor in de geriatrische tandheelkunde doordat de mondhygiëne door de mensen zelf onvoldoende verzorgd wordt en/of het verzorgend personeel hiervoor verantwoordelijk is. Ook hier is er sprake van een infectie met werking op afstand, dus een focaal gebeuren. De bacterie verplaatst zich van de mond via de luchtwegen naar de longen.

Exodontisme
Op dit moment zijn Nederlandse tandartsen nog onvoldoende bereid om alle avitale elementen bij focusonderzoek te elimineren. De reden daarvan is dat de diagnose ‘focus’ regulier niet gesteld kan worden. Exodontisme is dus niet bespreekbaar: logisch, gezonde elementen moeten sowieso blijven zitten. Men weet niet welke tanden en kiezen goed en welke slecht zijn. In Duitsland en Zwitserland denkt men daar anders over en wordt over het algemeen sneller tot extractie overgegaan. De ‘Ganzheitliche Zahnmedizin’ heeft in die landen een status gekregen. Essentieel is dus,dat de tandartsen gaan beseffen dat dode elementen mensen ziek kunnen maken.
Een voorbeeld: ik heb meegemaakt dat een cardioloog om een focusonderzoek in de mond vroeg alvorens te opereren; dit omdat tandheelkundige ontstekingen complicaties tijdens en na zijn ingreep kunnen geven. Maar na de extractie van een paar elementen hoefde de operatie niet meer plaats te vinden. De hartklachten waren over.
Als specialisten ervaren dat klachten verdwijnen na extracties, zijn hun reacties over het algemeen nogal lauw. In ieder geval verzuimen ze meestal, contact met de huistandarts zoeken voor nadere informatie. Vaak ook willen patiënten de specialist niet lastig vallen met hun verhaal.
Als de huistandarts constateert dat een patiënt opknapt na een extractie, dan zal deze zelfde tandarts in een volgend geval misschien iets eerder een element trekken. Het is de empirie die een tandarts van mening doet veranderen. Het blijft echter wel zo, dat de patiënt zelf de beslissing voor een extractie moet nemen. Het woord garantie bestaat in de geneeskunde niet, dus ook niet in de tandheelkunde.
Een complicerende factor is uitgebreid kroon- en brugwerk in de mond. Extracties kunnen dan een dermate grote impact hebben dat de patiënt ze weigert. Daar hebben we natuurlijk alle respect voor, maar de patiënt moet dan wel goed beseffen dat die weigering dan een mogelijke genezing in de weg staat en er dus een andere oplossing moet worden gezocht. In onze praktijk maken we nogal eens mee dat dezelfde patiënt een jaar later opbelt met de vraag om nog eens te mogen komen praten.

Wat speelt zich af in het tandbeen?
Daarvoor allereerst een beschrijving van wat allemaal de gevolgen zijn van de tandzenuwontsteking en het afsterven van de zenuw.
Tanden en kiezen zijn gemaakt van organisch materiaal. Wanneer dit afsterft, als gevolg van een zenuwontsteking in het element, veranderen de eiwitten in de tubuli van het tandbeen (dentine) van karakter en denatureren. Het tandbeen kunnen we als een wat harde spons opvatten waarin stoffen als mercaptaan en thioether gaan ontstaan, toxische stoffen die carcinogeen zijn.1) Daarnaast blijven exogene en endogene toxinen van bacteriën en virussen in de tubuli van het dentine achter. Bacteriën muteren aldaar in een anaerobe omgeving en worden toxischer en kleiner. De tubuli hebben gezamelijk per element een lengte van drie tot vier kilometer; deze zijn voor de endodontoloog onbereikbaar. Deze afstand lijkt op het eerste gezicht ongeloofwaardig, maar als men beseft dat het oppervlak van ons darmstelsel de grootte heeft van een voetbalveld, dan wordt dit getal wel wat aannemelijker. De endodontoloog behandelt slechts een paar centimeter. Er bestaat een uitwisseling van de stoffen uit de tubuli via het wortelcement met het lichaam.

Hier zit de oorzaak van de focale werking van een avitaal element.
Dit is een verklaring voor de werking op afstand. Er bestaat interactie tussen de toxische inhoud van de tubuli en het lichaam via het wortelcement en het wortelvlies . Alleen aan de wortelpunt wordt er door het immuunsysteem direct gereageerd door de vorming van een granuloom. De genoemde interactie moet door het immuunsysteem systemisch bestreden worden. Daarom is de goede kwaliteit van onze weerstand zo hard nodig. Hieruit mag echter niet de conclusie worden getrokken, dat elk granuloom een focus is. De kwaliteit van de weerstand bepaalt dit. Ik heb overigens éénmaal een granuloom gezien halverwege de wortel. Ook cysteuze ontwikkelingen zijn mogelijk.
In het reeds genoemde boek van Meinig wordt dit uitgebreid besproken.

Bederf en de functie van de koelkast
Alles wat organisch is, is aan bederf onderhevig, wanneer het afsterft. Met ons stukje vlees voor de maaltijd gebeurt hetzelfde als we geen koelkast zouden hebben. Een levenloos lichaam wordt toxisch en moet begraven of gecremeerd worden.
Elk dood element is dus onderhevig aan bederf. Organisch materiaal blijft niet fris. Er kunnen zich zelfs schimmels op vastzetten. Ralph Türk (een Duitse ganzheitsmedizinische tandarts uit Bad Nauheim) liet tijdens de Medizinische Woche in Baden-Baden zien dat op sellotape, dat lateraal op een rij elementen van een kwadrant geplakt is, zich schimmels vastzetten daar waar de avitale elementen zitten. De schimmels zitten op de tandhalzen, want daar ligt het dentine bloot. Dat wordt onder een microscoop zichtbaar. Ook dit wijst op bederf. Ook zien we klinisch met het blote oog wel schimmels zitten op wortelresten bij mensen met weinig weerstand, vaak ouderen. Als we schimmel op ons voedsel zouden zien, gooien we het meteen weg. De aanwezigheid van schimmels is naast vele andere ook een reden om de wortelresten te verwijderen. Het glazuur lijkt in relatie tot de focale haard geen rol te spelen. Het is het organische tandbeen dat belast wordt.
In een koelkast zou zo’n element voor lange tijd gevrijwaard zijn van bederf. Ook veel etenswaren blijven lange tijd goed in een koelkast. De mond is bepaald geen koelkast. Er treedt bij avitale (organische) elementen door bacteriële werking altijd bederf op. Antibiotica kunnen dit niet voorkomen, want ze bereiken de tubuli niet. In de mond is de temperatuur hoog, waardoor bacteriegroei bevorderd wordt.
Bij orgaantransplantatie worden de te transplanteren organen bij vervoer ingevroren. Bederf kan ook worden tegengegaan door conserveren in alcohol. Dat zien we wanneer menselijke preparaten voor de toekomst bewaard moeten worden. Beide opties zijn uiteraard niet toepasbaar in de tandheelkunde.
We hoeven echter niet te wanhopen, want het lichaam heeft wel een sterk wapen tegen dit bederf: het immuunsysteem. Dit kunnen we als een soort koelkast beschouwen. Als deze weerstand van goede kwaliteit is, krijgen haarden niet zoveel kans en kunnen avitale elementen jarenlang zonder problemen functioneren. De kwaliteit van de zenuwbehandeling is hierbij bepalend. Hoe beter deze is, hoe minder het immuunsysteem zich hoeft in te spannen om het element rustig te houden. Een klein griepje of een stressvolle situatie waar het immuunsysteem op reageert, kan dit echter al zodanig verzwakken dat het niet in staat is om het avitale element rustig te houden, dat dan begint op te spelen. Dit fenomeen maken we vaak mee in de praktijk. Patiënten komen er vaak vanzelf mee . Ze zeggen: “Als ik in mindere doen ben, gaat er een kies opspelen. Het trekt wel weer weg. Maar het is wel altijd dezelfde.” Dan wijzen ze met hun vinger de schuldige aan. Als het immuunsysteem verzwakt is, loopt de gezondheid gevaar. In zo’n situatie kan een extractie uitkomst bieden.
De reguliere geneeskunde is niet echt in staat om het immuunsysteem te versterken. Vaak gebeurt het omgekeerde, dus verzwakking o.a. door de bijwerkingen van medicijnen. Orthomoleculaire geneeskunde biedt daarentegen alle mogelijkheden om hier daadwerkelijk te helpen. Studie van vitamines, mineralen, sporenelementen en enzymen is dan wel noodzakelijk. Tot op heden biedt de universiteit hier onvoldoende mogelijkheden, waardoor de tandarts na het afstuderen aanvullende cursussen moet gaan volgen op dit terrein.

Hernieuwde endo (zenuwbehandeling)
Wanneer er een endo opnieuw gedaan wordt met als reden dat er een granuloom aan de apex zit, verstoort men een vaak al jarenlang bestaand evenwicht tussen element en granuloom. In wezen was er tot op dat moment niets aan de hand. Niet elk granuloom is een stoorveld. Hoe dit in de toekomst door het lichaam verwerkt wordt, hangt weer af van de kwaliteit van het immuunsysteem. Het enige criterium hier is de gezondheid van de patiënt in relatie tot de habitus van het te behandelen element. Een granuloom op zich is geen indicatie voor een hernieuwde endo. Bij een kwakkelende gezondheid moet men terughoudendheid betrachten bij deze behandeling. Een extractie is dan vaak de beste oplossing.

Mummificatie
Wij hebben vroeger geleerd om niet doorgankelijke kanalen, meestal de mesiale kanalen in de molaren, niet verder op te ruimen, maar de inhoud daarvan te mummificeren met de toen bekende Gysi-pasta. Ook daar zijn goede resultaten behaald, voor zover dat natuurlijk nu nog na te gaan is. Wel weten we dat mummificeren een bepaalde vorm van steriliteit waarborgt, ook op de lange termijn. Het mummificeren speelt door de geschiedenis heen een grote rol. Bij dode elementen treedt deze steriliteit voor een deel ook bij de tubuli op. Het is daarom te overwegen om deze manier van endodontisch behandelen weer een nieuwe kans te geven. Niet elke verandering in het tandheelkundig handelen is een vooruitgang.

Conclusie
De kennis omtrent de focale infectie is de laatste jaren duidelijk toegenomen. Dat dit gevolgen heeft voor de technische tandheelkunde is een logische consequentie. Vooral de endodontologie is hier sterk in betrokken. De algemene ziekteleer moet binnen deze specialisatie een grotere plaats gaan innemen dan tot nu toe. Vooral aan ziekten die het immuunsysteem kunnen aantasten, moet bij onze patiënten meer aandacht besteed worden.
Tot nu toe heeft de tandheelkunde voornamelijk de aandacht geschonken aan parodontologische problemen in relatie tot hart- en vaatziekten, roken en diabetes. Hier is het mogelijk passende maatregelen te nemen: intensieve parodontologische behandelingen kunnen veel goeds doen.
Bij avitale elementen ligt de zaak echter anders. Een zenuwbehandeling maakt het element niet levend. We hebben met een status quo van doen. Eigenlijk is een extractie de enige juiste oplossing. Dit ligt natuurlijk veel gevoeliger. Ook neuraaltherapie zal wel enige tijd kunnen werken, maar definitief is de behandeling niet, immers, het avitale element blijft in functie. Een goed functionerend immuunsysteem is dus een constant therapiedoel .
Bij zenuwbehandelingen moet een terughoudend beleid gevoerd gaan worden. De noodzaak van een zenuwbehandeling zal afgewogen moeten worden tegen de gezondheidstoestand van de patiënt en een informed consent moet meegenomen worden. De gezondheid is een zwaarwegende factor. Tijdens een zenuwbehandeling blijkt maar al vaak dat er een te zware wissel getrokken wordt op het immuunsysteem: de behandeling wil dan maar niet lukken en de patiënt blijft klachten houden. Dan moet in een veel vroeger stadium de beslissing tot extractie genomen worden. De endodontologie dient dus constant rekening te houden met de ziektegeschiedenis van de patiënt.

Aanbeveling
De relatie tussen dode elementen en het immuunsysteem is evident. Hoe beter de kwaliteit van het immuunsysteem, hoe minder kans de avitale tanden en kiezen hebben om zich door het bederf ervan te ontwikkelen tot focale storingen.
Er zijn dus in principe twee mogelijkheden om deze pathologische aandoening te behandelen:
1. Extractie van de bewuste elementen met daarbij het uitfraisen van de tandkas om ontstekingsresten te verwijderen.
2. Versterking van het immuunsysteem en daardoor verhoging van de weerstand, waardoor de dode elementen minder kans krijgen hun haardwerking uit te oefenen.
Om dit laatste te bereiken kunnen we de hulp inroepen van de orthomoleculaire geneeskunde. Het grote, gevarieerde aanbod van vitamines, mineralen, enzymen en sporenelementen is in staat om het lichaam meer kracht te geven in samenspel met de onmisbare factor: goede voeding.
Het besluit om een dood element te behouden dient dus voorafgegaan te worden door een onderzoek naar en beoordeling van de kwaliteit van het immuunsysteem. Daartoe gebruikt men  een uitgebreide vragenlijst, die het mogelijk maakt, een betrouwbare ziektegeschiedenis te verkrijgen. Deze zelfde vragenlijst zou dan nà de behandeling weer ingevuld moeten worden. Op deze manier krijgen we een indruk van de mogelijke verandering in het immuunsysteem. Iemand die nooit iets gemankeerd heeft, zal een lijkje in de kaak dat aan bederf onderhevig is wel kunnen verdragen. Ook de kwaliteit van de zenuwbehandeling is hierbij van invloed.
Daarnaast speelt het financiële aspect een rol in dit hele gebeuren. Een extractie is veel goedkoper dan een zenuwbehandeling. Het dure aspect van deze laatste behandeling kan zelfs een rem betekenen op het besluit dit element te extraheren. Iets wat veel geld gekost heeft laat zich moeilijk verwijderen. Gezondheid is echter onbetaalbaar!

1). R.Türk, Herdgeschehen. Diagnostik und Therapie
Verlag für Medizin dr. Ewald Fischer. ISBN 3-88463-023-7

Fred Neelissen, bio-energetisch tandarts

Slechte mondgezondheid leidt mogelijk tot alzheimer

slechte mondhygienePRESTON, VK – Mensen met een slechte mondhygiëne of parodontitis lopen misschien een hoger risico om de ziekte van Alzheimer te ontwikkelen. Dat blijkt uit onderzoek van de School of Medicine and Dentistry van de Universiteit van Central Lancashire (UCLan).

Onderzoekers bekeken monsters van de gedoneerde hersenen van tien mensen met en tien mensen zonder dementie. Ze constateerden de aanwezigheid van restproducten van de bacterie porphyromonas gingivalis in de hersenen van de dementiepatiënten. Deze bacterie wordt vaak in verband gebracht met chronische parodontitis.

De bacterie komt in de bloedbaan terecht via alledaagse handelingen als eten, kauwen en tandenpoetsen en in het bijzonder door invasieve dentale behandelingen. Mogelijk betreedt de bacterie via de bloedbaan ook de hersenen. De onderzoekers suggereren dat elke keer dat de bacterie het brein bereikt, hij reacties van het immuunsysteem stimuleert bij bepaalde hersencellen, waardoor die meer chemicaliën vrijlaten die neuronen doden. Dit kan een van de mechanismen zijn die leiden tot veranderingen in het brein, het belangrijkste kenmerk van alzheimer. Ook kan dit mechanisme verantwoordelijk zijn voor ziektebeelden als verwarring en een slechter geheugen.

De gedoneerde hersenen zijn afkomstig van Brains for Dementia Research, een initiatief van Alzheimer’s Research UK en Alzheimer’s Society. Het bewijs voor de aanwezigheid van porphyromonas gingivalis in de hersenen van dementiepatiënten is van groot belang, omdat dit niet eerder werd aangetoond. De onderzoeksresultaten dragen bij aan de steeds omvangrijkere groep bewijzen voor een verband tussen slechte mondgezondheid en dementie.

De resultaten uit het onderzoek worden ondersteund door recent ongepubliceerd onderzoek waarin parodontitis werd getest op dieren. Dit onderzoek werd ook uitgevoerd door de UCLan, maar dan in samenwerking met de Universiteit van Florida. Het dieronderzoek bevestigde dat de bacterie porphyromonas gingivalis zijn weg naar het brein vindt als zich parodontitis heeft ontwikkeld.

Prof. John Crean, decaan aan de School of Medicine and Dentistry, vertelt: “Eerdere onderzoeken toonden al een verband tussen dementie en andere bacteriën en virussen, zoals herpes simplex I. Dit onderzoek suggereert ook een associatie tussen parodontitis en mensen die vatbaar zijn voor het ontwikkelen van alzheimer als ze worden blootgesteld aan de juiste stimulator. Of slechte dentale hygiëne daadwerkelijk tot dementie kan leiden bij gezonde mensen, moet verder onderzocht worden, want dat zou grote gevolgen hebben voor de mensheid. Het kan ook zijn dat porphyromonas gingivalis de bestaande ziekte verergert.”

Dr. Sim K. Singhrao, senior onderzoeker bij UCLan, vult aan: “We proberen te bewijzen dat als het brein herhaaldelijk wordt blootgesteld aan bacteriën (of hun restproducten) uit ons tandvlees, daaropvolgende immuunreacties kunnen leiden tot het afsterven van zenuwcellen en mogelijk geheugenverlies. Regelmatig tandartsbezoek kan belangrijker zijn dan tot nu toe gedacht werd. Om de hypothese kracht bij te zetten, hopen we dat Brains for Dementia Research ons hersenweefsel ter beschikking stelt van mensen met een intact en mensen met een aangetast geheugen van wie relevante tandheelkundige informatie beschikbaar is. Doel van het onderzoek is te bepalen of de bacterie porphyromonas gingivalis kan worden gebruikt als een teken van de ziekte van Alzheimer. Via een simpele bloedtest kan dan het ontstaan van de ziekte van Alzheimer bij risicopatiënten aangetoond worden.”

Bron: Dental Tribune International