Screening borstkanker levert maar beperkte winst op

Slechts een kwart van de ruim zesduizend vrouwen bij wie jaarlijks via het bevolkingsonderzoek borstkanker wordt ontdekt, leeft daardoor langer. Alle anderen weten dankzij de screening weliswaar eerder dat ze kanker hebben, maar hebben daar geen baat bij of waren er ook zonder bevolkingsonderzoek tijdig bij geweest. Dat schrijft de Gezondheidsraad in een woensdag gepubliceerd rapport.

Toch zijn er volgens de Raad geen wetenschappelijke gronden om het screeningsprogramma te beëindigen. ‘De voordelen wegen op tegen de nadelen.’ Met het bevolkingsonderzoek, dat jaarlijks 64 miljoen euro kost, worden per jaar gemiddeld 775 sterfgevallen aan borstkanker voorkomen. Om één sterfgeval te voorkomen moeten 1.200 vrouwen worden gescreend.

Ruim 25 jaar na de invoering van het bevolkingsonderzoek heeft de Gezondheidsraad alle voor- en nadelen op een rijtje gezet. Aanleiding was de aanhoudende kritiek van publiek én wetenschappers op het nut van screening. Veelgehoord commentaar: de sterfte aan borstkanker daalt door de betere behandeling en het effect van vroege opsporing is slechts minimaal. De Raad concludeert dat de de sterfte aan borstkanker in de doelgroep de afgelopen 25 jaar met 34 procent is afgenomen en dat de helft van die daling is toe te schrijven aan het bevolkingsonderzoek.

Röntgenfoto van de borsten
Jaarlijks wordt bij een miljoen vrouwen tussen de 50 en de 75 jaar een röntgenfoto van de borsten gemaakt. In 2012 werd op die manier bij 6.300 vrouwen borstkanker ontdekt. Daar heeft 26 procent uiteindelijk baat bij, aldus de Gezondheidsraad. Dankzij de vroege opsporing van de tumor in hun borst leven zij gemiddeld 16,5 jaar langer.

Alle andere vrouwen hadden de ziekte ook zonder screening overleefd omdat ze zelf tijdig een knobbeltje ontdekken (56 procent), gaan ondanks deelname aan het bevolkingsonderzoek toch dood aan borstkanker (13 procent), hadden zonder screening nooit de diagnose kanker gekregen omdat ze al aan een andere ziekte zouden zijn overleden of hebben een vorm van kanker die zo langzaam groeit dat het geen probleem had opgeleverd.

De Raad zet ook de nadelen op een rij. Jaarlijks krijgen ruim 17 duizend vrouwen een vals alarm: zij zijn voor niets doorverwezen voor vervolgonderzoek.

Screening sluit kanker niet uit
Screening sluit kanker niet uit. Ieder jaar krijgen twee op de duizend gescreende vrouwen na een gunstige mammografie toch borstkanker. Bij een kwart van hen heeft de arts een fout gemaakt en zichtbare afwijkingen gemist. Bij de rest waren op de foto minimale of helemaal geen tekenen van de ziekte aanwezig. Het grootste nadeel van screening is overdiagnose: er wordt een tumor gevonden en behandeld die zonder screening bij leven nooit tot klachten zou hebben geleid. In Nederland gaat het om 8 procent van de via screening vastgestelde gevallen.

Bron: Volkskrant Ellende de Visser